Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dit is het land, dat gijlieden zult doen vallen [25]in erfenis, voor de stammen Israels, en dit zullen [26]hun delen zijn, spreekt de Heere HEERE. 25. In het Hebreeuws is de manier van spreken wat duister, en schijnt verklaard te zijn door een andere, boven hfdst.45 vs.1, en hfdst.47 vs.14,22, gebruikt, die hier ook om der klaarheid wil in den tekst gesteld is. Hebreeuws eigenlijk van de erfenis, of om der erfenis wil, dat men kan verstaan, of van het uitdelen der gemene erfenis van elken stam aan de particuliere onderhorigen, of van het werpen van het lot over de bijzondere erfenis, zijnde de zin enerlei; anders: van de beek Sichor af, dat is, van de landpale van Egypte af. 26. Der stammen.